Iedereen is wel eens buitengesloten geweest, of heeft zich wel eens buitengesloten gevoeld. Zelfs als dat niet zo is. Iedereen kan zich het rotgevoel wel voorstellen.

Het kan zijn dat je nu denkt: ”wat raar, dat gevoel ken ik helemaal niet”. Dat kan. Je kan bijvoorbeeld heel erg lang, knap en sociaal vaardig zijn, waardoor je overal het stralend middelpunt bent. Dan snap je gewoon niet waar ik het over heb.

Er zijn nog meer verklaringen te verzinnen waarom je het gevoel niet kent. Misschien ben je ergens wel een beetje een psychopaat of autist. Misschien ben je wel een opportunist zonder persoonlijkheid. Dan kost het je geen enkele moeite om met alle winden mee te waaien en heb je nergens last van. Misschien heb je dat wel allemaal tegelijkertijd. Wie zal het zeggen. Ik sluit gewoon niets uit. Je bent hoe dan ook de uitzondering op de regel. Wij gewone doorsnee stervelingen zijn als de dood om buitengesloten te worden.

Niet iedereen natuurlijk in dezelfde mate. Niet iedereen wil er zo graag bijhoren dat hij gelijk door de knieën gaat. Er zijn genoeg mensen die dat nare gevoel van uitsluiting op de koop toenemen, omdat ze niet bereid zijn om zichzelf te verloochenen. Dat soort mensen ervaart de druk tot conformeren als de verstikkende beperking van hun vrijheid. Die mensen varen hun eigen koers. Die denken graag over dingen na en hebben hun eigen mening en weten waarom. 

Lijnrecht daartegenover staat de mens die zo bang is om buitengesloten te worden dat hij of zij zich totaal conformeert. Dat is de mens die het eng vind om vrij te denken. Je zou zomaar eens het verkeerde kunnen denken waardoor je buiten de groep kan komen te staan. Daarom omarmen deze mensen de meest algemene en gangbare ideeën als ware het gospel.

Met die mensen is er, voorbij het punt waarop je duidelijk van mening verschilt, geen gesprek meer te voeren. Dat is namelijk het moment waarop de conformist pijnlijk geconfronteerd wordt met zijn onvermogen argumenten te formuleren. Hij heeft er geen. Heeft ze nooit nodig gehad. De mening is gewoon goed. Iedereen vindt deze mening goed. Nette mensen onder elkaar hebben geen argumenten nodig. Het is gewoon onbeschaafd om het niet met elkaar eens te zijn. 

Die visie deel ik niet.

Het is mijn mening dat het beschaafd is om in vrede van mening te mogen verschillen. Het is mijn overtuiging dat je alleen progressie kan boeken door er samen en in vrede uit te komen. In elk ander geval wordt er namelijk altijd iemand buitengesloten of onderdrukt. Dat is iets dat we principieel moeten voorkomen. 

Helaas lukt het tegenwoordig nog maar zelden om respectvol van mening te kunnen verschillen. Als je namelijk een spaak in het wiel van die algemeen gangbare en beschaafd geachte gedachte steekt, door één of meer  tegenstrijdigheden bloot te leggen, heb je gelijk de poppen aan het dansen.

Bij de groep conformisten ontstaat dan een onthutste verontwaardiging die als onontkoombaar en natuurlijk wordt ervaren. Ze zien hun reactie als de normale. Ze vinden dat mensen met dergelijke abjecte ideeën, per direct moeten worden worden verwijderd.

Dat is vreemd. Voorbarig ook. Er was nog helemaal geen sprake van “denkbeelden”. Er werd alleen een interessante tegenstrijdigheid blootgelegd. Dat kan buitengewoon  fascinerend zijn, tenzij je niet weet waar je ideeën vandaan komen en ervan uitgaat dat die ideeën deugen, beschaafd en apriori goed zijn. Dan kan zo’n tegenstrijdigheid je natuurlijk ook gewoon de stuipen op het lijf jagen. 

Het is zonder meer beschaafd, normaal en gewenst om je druk te maken over een mogelijke tweedeling in de samenleving. Dat doe ik ook. Wat me wel opvalt is dat het dan altijd over dezelfde, door de staat gesanctioneerde, gefinancierde, academisch gevalideerde en politiek ingekapselde, groepen gaat. Het moet allemaal diverser en inclusiever worden, maar dan alleen via de door de dominante groep, uitgestippelde dictatoriale lijnen. Is het je wel eens opgevallen hoe globalistisch al die gesanctioneerde buitenbeentjes zijn. Eerst moet je je conformeren aan de deugdogma’s en daarna mag je uit de kast komen. 

Er blijkt in de praktijk van alledag dus een diversiteit te bestaan die goed is en een die fout is.  Die goede diversiteit moeten we nastreven alsof ons leven ervan afhangt en de foute diversiteit moeten we demoniseren en cancelen op leven en dood. De mensen die de lijnen uitzetten binnen de dominante groep bepalen wie fout is en de conformerende deuggroep hoeft niet meer te weten dan dat elke associatie met mensen uit de foute groep vermeden moet worden als je niet buitengesloten wilt raken. Men heeft geen idee waarom. Ze komen het ook nooit te weten. Over dat soort dingen praat je niet. Daar mag je niet eens over nadenken. Dat doet men dan ook niet.

De dominante groep leunt op deze psychologische ingroup-outgroup manipulatie. Ben je niet aan boord met de nieuwste deugmening, lig je er gelijk uit. Natuurlijk heeft men de beste bedoelingen. De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Het helpt niet. Uit de tegenstrijdigheid, dat diversiteit en inclusie blijkbaar niet voor iedereen geldt, maak ik op dat men helemaal niet principieel uitsluiting verwerpt. Een principieel mens is namelijk tegen elke vorm van uitsluiting en sommige van hen weten zelfs waarom.

Daaruit concludeer ik dat men de diversiteits-ideologie gebruikt om groepen uit te sluiten.  Dat is zo tegenstrijdig dat het als een bom in je hoofd kan ontploffen. 

Men gebruikt het als een wapen voor het demoniseren van zijn of haar politieke tegenstanders. Dat creëert een kloof in de samenleving, en dat is ook tegenstrijdig, omdat die kloof dan geschapen wordt door mensen die zeggen te strijden voor inclusie. 

Het lijkt alsof het “probleem” van diversiteit opgelost zou zijn als de mensen, die vanwege hun abjecte ideeën uitgesloten zijn van deelname, door de knieën zouden gaan en de juiste ideeën zouden adopteren. Het is allemaal de schuld van de tegendraadse mens. Allemaal de schuld van mensen die niet mee willen doen met het globale programma en dus allemaal gecancelled moeten worden. Alsof het een vlek is die je uit het tafelkleed zou moeten kunnen  wrijven. Tweedeling voorkomen door mensen uit de groep te gooien, is hetzelfde als longkanker proberen te voorkomen door preventief de ene sigaar met de andere aan te steken. 

Het heeft even geduurd voor ik het zag. Ik zie het nu heel duidelijk. Dit is weldegelijk een vorm van demoniserende uitsluiting en daarom ga ik in de tegenaanval door, al was het maar voor heel even, in de slachtofferrol te kruipen. Ik denk dat de mensen, die liever deugen dan denken het dan beter zullen begrijpen. Het is ook niet dat ik mezelf zie als slachtoffer. Ik ben er gewoon een. Ik voel me niet op mijn gemak. Ik voel me geschoffeerd en gediscrimineerd. Ik geloof niet in de juiste modieuze ideeën en ben me er pijnlijk van bewust dat ik moet oppassen met “mezelf te zijn” in gezelschap. Ik zit in de kast. Het ontgaat mij helemaal niet dat mensen zoals ik worden afgeschilderd als monsters die de progressie blokkeren. Wij staan tussen de deugmens en zijn of haar utopia  Ik kan niet anders. Die opgedrongen “progressie” voelt voor mij aan als het eenrichtingsverkeer in de richting het ravijn.

Het deugt natuurlijk voor geen meter als je zo arrogant bent dat je, straal overtuigd van je eigen goedheid, niet meer kunt waarnemen hoe dogmatisch vastgeroest je mensen aan het uitsluiten bent. Gewoon mensen wegzetten als onbeschaafde apen, omdat ze er volgens jou vreselijke, om niet te zeggen, monsterachtige denkbeelden op nahouden. Het is polariseren. Het is demoniseren. Het is uitsluiting.

“Wat zijn dat voor mensen?”, vraagt Kaag zich af in haar documentaire. Ze heeft het over mensen die op de FvD stemmen. Dat is nou een uitstekend voorbeeld. Je kan niet zeggen:”wat zijn dat voor mensen?”. Een dergelijke vraag impliceert meerdere soorten mensen. Uber- en untermenschen?  Kaag kan dat, als zelfverklaard uithangbord van de nederlandsche beschaving, blijkbaar ongestraft zeggen. Het kan, zonder dat dit leidt tot onthutste reacties, worden vastgelegd in een met belastinggeld in elkaar gezette documentaire, uitgezonden bij de publieke omroep. (Als de ironie je ontgaat. Daar hebben die untermenschen er dus allemaal aan meebetaald) Het wordt gebracht en geaccepteerd als iets dat volslagen normaal is. Alsof de schandalige uitsluiting er niet vanaf druipt. Toen prinses Beatrix nog een prinsesje was, heeft ze, in het bijzijn van een reporter van de lokale schoolkrant, ooit een keer de woorden “ons soort mensen” in de mond genomen. Toen was het land te klein. Dat land bestaat niet meer. Die tijd is voorbij. Wie tegenwoordig niet mee doet met het programma, doet niet meer mee. 

Zo kennen we nu ook het eufemisme “cordon sanitaire” voor het op voorhand van regeringsdeelname uitsluiten van politieke partijen.  Het is het vriendelijke woord voor doodordinaire uitsluiting. Het is discriminerende demonisering. Het is de muilkorf voor de afwijkende mening. De dwangbuis voor het debat en daarmee de verkrachting van de democratie. Het doel heiligt blijkbaar weer eens de middelen.

Dit wat ik nu zeg, mag dus niet. Als je erbij wilt blijven horen, mag je hoe dan ook niet de vinger op de zere plek van deze tegenstrijdigheid leggen. Als je het wel doet, gaat men dingen zeggen als:”Dat jij die racisten verdedigd. Dat had ik niet van jou verwacht.” Met gaat ervan uit dat je uit angst, om sociaal onder het tapijt door te worden getrokken, gelijk bakzeil haalt. 

Men mist blijkbaar elke vorm van empathie voor de slachtoffers van deze uitsluiting. Gewoon zeggen dat je een partij als de PVV of de FVD bijvoorbaat uitsluit van regeringsdeelname is in de ogen van mensen binnen de deug-club “doing the right thing”. In mijn ogen is het crimineel ondemocratisch. Een daad waar een politicus in een democratisch bestel direct voor bestraft zou moeten worden. Het hoort niet. Het is schandalig. Er zou tot vreselijke #ophef moeten lijden. Ieder weldenkend mens zou er zijn afschuw over moeten uitspreken. Te beginnen met de Koning, op de voet gevolgd door de Premier. Uitsluiting, dat is dus iets dat we principieel niet willen! 

Als je jezelf een democraat wilt blijven noemen, verlaat de partij die zichzelf hier schuldig aan maakt en/of stem nooit meer op een partij die andere partijen uitsluit. Een werkelijke democratische partij sluit niemand uit. Een werkelijk democratische partij is er voor iedereen. Zo werkt dat helaas niet bij de mainstream deug-coalitie. Die zijn er alleen voor nette mensen. Die vegen hun reet af  met een groot deel van de Nederlandse populatie. Die negeren het bestaan van deze mensen en hun mening omdat ze die mening niet waardig genoeg achten. Wel zijn die mensen verplicht om mee te betalen aan hun eigen onderdrukking.

Als je democraat bent in hart en nieren en je vindt dat iedereen volledig zichzelf zou moeten kunnen zijn. Als je principieel tegen uitsluiting bent en je vindt dat niemand buiten de groep gezet kan worden op basis van zijn mening. Als je gelooft in een pluriforme samenleving waar mensen van mening kunnen verschillen. Als je snapt dat we alleen verder kunnen als we elkaars mening respecteren. Dan snap je ook dat je nooit meer kan stemmen op een partij die andere partijen uitsluit.  Mensen die denken dat de waarheid hun kant heeft gekozen en wiens gelijk in beton gegoten lijkt te zijn, kan je niet wakker maken. Die moet je doodgewoon de toegang tot de macht ontzeggen door er nooit meer op te stemmen. Dat is hoe democratie werkt. Telkens als iemand aantoont dat de macht hem naar het hoofd is gestegen ,moet die persoon zijn of haar macht verliezen. 

Dan is het leed overigens snel geleden omdat die dominante groep niet eens de meerderheid heeft.  Er is geen mandaat voor het gevoerde beleid. Het is de elite alleen wel gelukt om een grote club deugmensen te laten geloven dat er “beschaafde” en “onbeschaafde” gedachten zijn en dat die laatste soort je in een sociaal isolement kunnen plaatsen. Dat is een pijn die we allemaal proberen te vermijden. Daar heb ik alle begrip voor. Niemand wil buitengesloten worden. Dat geld ook voor mij. Alleen ga ik niet door de knieën. Dan hoor ik er maar niet bij. Dan sta ik er maar naast en kijk ik wel lachend hoe het hele zooitje zichzelf het ravijn in fietst.  Ik hoor bij de mensen die er niet bij horen. Wij overleven het wel. Laten we een club beginnen en het goede voorbeeld geven. Dan horen we in ieder geval ergens bij.